De Drie Traancoopers

De gegevens over dit huis gaan terug tot het eind van de 16de eeuw. Het werd toen achtereenvolgens bewoond door een huidenvetter, een schoenmaker en een messenmaker. In 1632 werd het huis geheel nieuw opgetrokken. Het kreeg een houten onderpui en een gemetselde trapgevel met banden van natuursteen en blokjes in de bogen boven de vensters, typerend voor het tweede kwart van de 17de eeuw. De eerste verdieping steekt over op gebeeldhouwde balkkoppen. Het huis bestaat uit een voorhuis met pothuizen tegen de gevels en een klein achterhuis in de Korsjespoortsteeg.

Inwendig zijn oude balken met sleutelstukken bewaard gebleven. Het huis werd onder andere bewoond door een teerkoper, een chirurgijn en een timmerman-makelaar. 

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel II Amsterdam, pp. 236-238.