Icon search Icon Facebook Icon Instagram Icon Twitter Icon Play ANBI icon-checkbox Vriendenloterij Bijzondere-locaties Bijzondere-locaties Monument-en-Bed Monument-en-Bed Museumhuizen icon-huren-nav Museumhuizen Hendrickdekeyser Hendrickdekeyser icon-maps icon-left icon-right icon-close icon-phone-call icon-email icon-kamers icon-lijst icon-perceeloppervlak icon-plattegrond icon-woonoppervlak icon-checkmark icon-buitenruimte icon-cart icon-remove icon-quote icon-calendar icon-guests
Bouwstijl

Eclecticisme en neo-stijlen

Periode
circa 1850 — 1915

Na 1850 kreeg de bouwkunst een minder star karakter. Naast de klassieke vormentaal greep men terug op elementen uit eerdere stijlperioden. Het ging daarbij om de associatie, het ‘karakter', dat een gebouw moest oproepen. Al naar gelang het gebouwtype werd een stijl gekozen. Hiermee brak de tijd aan van de ‘neo-stijlen'. Eigentijdse constructieprincipes en materialen zoals machinaal vervaardigde bakstenen verraden vaak dat het niet gaat om de oorspronkelijke stijl. De Willem II- of 'stucadoorsgotiek' (ongeveer 1830-1860) is een vroeg voorbeeld. Deze stijl wordt gekenmerkt door een romantische interpretatie van de gotiek in gips en pleisterwerk. De stijl werd weinig in de woningbouw toegepast. De Vereniging bezit met stoomgemaal De Cruquius een prachtig voorbeeld.

Gemaal de Cruquius

Bij het eclecticisme (ongeveer 1850-1880) werden historische stijlen gecombineerd tot een nieuw geheel. In de woningbouw en interieurkunst werd veel gebruik gemaakt van fabrieksmatig vervaardigde ornamenten. Het is de tijd van weelderig gedecoreerde huizen. Vooral de neo-Lodewijkstijlen waren favoriet. Keizergsracht 387 in Amsterdam heeft een prachtig neo-Rococo interieur uit het midden van de 19de eeuw.

Na 1860 kende ons land een economische opbloei waardoor er veel werd gebouwd, vooral in een mengvorm van neogotiek en neorenaissance. De neogotiek (circa 1860-1890) is sterk verbonden met de naam van Pierre Cuypers. Hij bouwde vele kerken en openbare gebouwen, waarbij gotische vormen in een rationeel bouwsysteem werden ingepast.

De neorenaissance (ongeveer 1875-1915) moest associaties oproepen met de Gouden Eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door bakstenen trapgevels, rijk versierd met natuurstenen speklagen, blokken en ornamenten. Bij deze architectuur hoorden interieurs in ‘oud Hollandse stijl'. Naast woonhuizen zijn er veel openbare gebouwen opgetrokken in neorenaissance-stijl. In de huizen en villabouw aan het eind van de eeuw was een schilderachtige combinatie van renaissance motieven en houten chaletkappen, pittoreske hoektorentjes, erkers en serres populair. Het huis Statenlaan 4 in Den Haag is een voorbeeld uit het bezit van de Vereniging.

's Gravenhage, Statenlaan 4