Icon search Icon Facebook Icon Instagram Icon Twitter Icon LinkedIn Icon Play ANBI icon-checkbox Vriendenloterij Bijzondere-locaties Bijzondere-locaties Monument-en-Bed Monument-en-Bed Museumhuizen icon-huren-nav Museumhuizen Hendrickdekeyser Hendrickdekeyser icon-maps icon-left icon-right icon-close icon-phone-call icon-email icon-kamers icon-lijst icon-perceeloppervlak icon-plattegrond icon-woonoppervlak icon-checkmark icon-buitenruimte icon-cart icon-remove icon-quote icon-calendar icon-guests
Amsterdam, Warmoesstraat 83
Amsterdam, Warmoesstraat 83

Warmoesstraat 83

1012 HZ Amsterdam, Noord-Holland

Bekijk op kaart
Jaar van verwerving
1918
Bouwjaar
1480
Amsterdam Warmoesstraat 83

De Warmoesstraat hoort tot de oudste straten van Amsterdam. De huidige vorm van de bebouwing kreeg gestalte in de 14de eeuw. De percelen aan de westzijde grensden met hun achterzijden aan het water van het Damrak. De Warmoesstraat was tot in de 17de eeuw de deftigste winkelstraat van Amsterdam. Ook dit pand was een winkelhuis, dat voornamelijk werd bewoond door stoffenhandelaren. Het grensde aan de achterzijde met zijn erf aan het kerkhof van de Oude Kerk. Het huis bezit een houtskelet uit de 15de eeuw en behoort daarmee tot de oudste huizen die in Amsterdam bewaard zijn.

De oudst bekende bewoner van het pand, de koopman Lambert, wordt in 1495 op dit adres vermeld. Lambert werd tot de meest invloedrijke kooplieden van de stad gerekend. Volgens de administratie van de Huizenzitmeesters van de Oude Zijde rustte er een erfrente op het pand die jaarlijks moest worden voldaan. In 1545 en de navolgende jaren werd de rente afgedragen door Willem Baerentsz, een lakenkoopman. Deze staat in de oudste kohieren van de tiende penning opgetekend als ‘Willem in de Elant’. Warmoesstraat 83 werd na de dood van Baerentsz in 1555 vermoedelijk bewoond door Herman Willemsz Elant, kapelaan van de Oude Kerk en priester van de Hamburgse kooplieden.

In 1587 werd de Elant door de kinderen en erfgenamen van Barentsz verkocht aan lakenkoopman Jacob Moen, die het daarvoor vermoedelijk al enige tijd huurde. Eduart van Domselaer werd eigenaar in 1618 en liet het pand in 1628 grondig verbouwen. Daarbij kreeg het een nieuwe gevel met geblokte bogen boven de vensters. De oude huisnaam werd gewijzigd in ‘de Verghulde Wan’.

Tijdens een verbouwing in 1634 werd het kleine plaatsje achter het huis volgebouwd met een dwars achterhuis van bescheiden dimensies. Het middeleeuwse huis was sindsdien aan drie zijden door bebouwing ingesloten.

Het huis diende in de vroege 19de eeuw mogelijk als schooltje onder Justinianus Wilhelm Chr. Grimm, die het in 1865 verkocht aan Hermanus Fransz jr. Hij exploiteerde een koffiehuis in het pand. Fransz bracht het huis vermoedelijk in de toestand die het bezat toen Vereniging Hendrick de Keyser het in 1918 overnam. Door het doortrekken van de oude insteekverdieping naar het oude voorhuis en het ophogen van de oude zolder, was er ruimte ontstaan voor een dubbel bovenhuis. Aan de zijde van de Warmoesstraat was een geheel nieuwe voorgevel verrezen met aan de rechterzijde een aparte opgang naar het bovenhuis.

Vereniging Hendrick de Keyser had het huis in eerste instantie aangekocht omwille van de goed bewaarde trapgevel van Enge Kerksteeg 4, dat nog steeds als achterhuis dienst deed. Er waren zelfs plannen om het pand Warmoesstraat 83 ter zijner tijd weer van de hand te doen. Het bijzondere houtskelet van het huis was toen nog door voorzetwanden en plafonds grotendeels aan het oog onttrokken.

In 1984 bracht onderzoek, na een fikse schoorsteenbrand op de verdieping, aan het licht dat de constructieve toestand van het pand zeer slecht was. De fundering, de zijmuren en het houtskelet behoefden ingrijpend herstel om het huis te behouden. Ondanks de ingrijpende verbouwingen in de 17de en de 19de eeuw was het tijdens de restauratie mogelijk om aan de hand van bewaarde delen van het houtskelet een indruk te krijgen van het 15de-eeuwse huis. Het pand bestond uit een hoge begane grond en een zolder die vermoedelijk als woonruimte werd gebruikt.

In de oudste toestand bezat de kelder van het achtergedeelte een vloer van Naamse steen, een gemetselde waterput en twee venstertjes in de gevel langs de Enge Kerksteeg. Het middeleeuwse huis bezat waarschijnlijk een houten voorgevel. De sobere lijstgevel kwam in het derde kwart van de 19de eeuw op de plaats van de gevel uit 1628.

Het is zeer bijzonder dat een huis van deze ouderdom zich over een periode van meer dan vijfhonderd jaar op deze plek in het centrum heeft weten te handhaven.

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel II Amsterdam, pp 126-135.