Voorstraat 61

Dit voorname huis, dat in 1657 door Sicce Lubbers werd gebouwd, was een totale verbouwing van een voorganger. Alleen in het achterdeel van het huis zijn van de oudste periode twee moerbalken met peerkraalstukken bewaard gebleven. 

Bij de verbouwing werd aan de insteekvloer die daarboven lag een verdieping toegevoegd, zodat daar drie vloerniveaus ontstonden die met een spiltrap aan elkaar verbonden waren. Het tien meter lange voorhuis werd in 1657 waarschijnlijk helemaal nieuw opgetrokken. Daarin waren in het voorhuis een ‘bovensael' op de verdieping en een ‘schrijfkamerke' op de begane grond aangebracht. Daarnaast bevonden zich beneden de voorkamer en de binnenkamer, waarvan de laatste met een haard. Door latere verbouwingen heeft het voorhuis weinig oorspronkelijke kenmerken.

De trapgevel met waterlijsten en geblokte ontlastingsbogen is een type dat deze periode veel in Harlingen werd toegepast. In de 19de eeuw werd de gevel van een winkelpui voorzien.

Het pakhuis aan Noorderhaven 106, maakte oorspronkelijk deel uit van het complex van wijnhandelaar Lubberts. Deze liet achter zijn woonhuis een groot pakhuis bouwen voor de opslag van wijnvaten.

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel I Friesland en Noord-Holland, pp. 126-131. Zie ook Jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 73 (1991), pp. 22-38.