Huis Serné
Groenburgwal 56, 1011 HX Amsterdam, Noord-Holland
Bekijk op kaartIn 1720 wordt een oud huis aan de Amsterdamse Groenburgwal bij de Binnen-Amstel voor 3.050 gulden gekocht door Jacobus Noordkerk, ‘suppoost in den Wisselbank’ en een protegé van burgemeester Corver. Noordkerk en zijn echtgenote laten het huis, dat waarschijnlijk bouwvallig was, geheel herbouwen.
Op het relatief ondiepe perceel verrijst een hoog koopmanshuis met een klein achterhuisje. Het krijgt een halsgevel met gebeeldhouwde ornamenten en in het interieur stucwerk, beschilderde plafonds en fraaie paneeldeuren, alles in Lodewijk XIV-stijl.
Het pand wordt in 1765 voor 13.250 gulden gekocht door David Borski. Nog datzelfde jaar wordt hier de later beroemde bankier-commissionair Willem Borski geboren. Deze zal in korte tijd een enorm kapitaal vergaren in de geld- en fondsenhandel (zijn weduwe is met dit vermogen een van de grondleggers van de Nederlandsche Bank, maar dan is het pand aan de Groenburgwal reeds verkocht).
Na een periode van verhuur komt het huis in 1883 in bezit van de familie Serné. Arend Serné en zijn echtgenote Helena van Hoekelen, beide enthousiaste amateur toneelspelers, zijn enige jaren eerder begonnen met het maken en verhuren van toneelkostuums. Meer dan honderd jaar, onder vier generaties van de familie, is het pand in gebruik met ontvangstruimtes, kantoor, atelier, paskamertjes en zolders voor kostuumopslag.
De firma ‘A. Serné en Zoon’ groeit uit tot een begrip in de toneelwereld en levert, uit een steeds groter wordende voorraad, kostuums en rekwisieten aan opera-, operette- en theatergezelschappen, studentenmaskerades, openluchtspelen, gekostumeerde feesten en bal-masqués. In 1966, bij het honderdjarig bestaan van de firma, wordt de voorgevel van het huis gerestaureerd in 18de-eeuwse staat.
Een 'mislukt platfond'
Bij het onderzoek naar de geschiedenis van Groenburgwal 56 ontdekte de Vereniging een bijzonder verhaal waardoor een plafondstuk in de grote zijkamer kan worden toegeschreven aan een schilder.
Een van de vier kinderen van Jacobus Noordkerk en Marg(a)retha Lindenberg die het huis omstreeks 1720 lieten bouwen, zou landelijk bekendheid verwerven als jurist, schrijver en historicus. Deze mr Hermanus Noordkerk (1702-1771), rechtsgeleerde en vriend van Betje Wolff, was in zijn jeugd opgeleid in de schilder- en tekenkunst bij plafondschilder Ottomar Elliger (de vader van Anthony Elliger, schilder van onder andere het prachtige plafond in de zaal van ons Huis Van Brienen). Een ‘mislukt platfond, voor zijn Vader bestemt’, geschilderd omstreeks 1720, vormde volgens tijdgenoten voor Hermanus Noordkerk de aanleiding om de schilderkunst vaarwel te zeggen en rechten te gaan studeren.
In het huis aan de Groenburgwal is nog steeds een groot plafondstuk aanwezig. Het is opgenomen in 18de-eeuws lijstwerk en enigszins onbeholpen geschilderd. Door de tand des tijds is het sterk vergeeld, maar mogelijk hebben we hier te maken met het werk van de jonge Hermanus Noordkerk! Een bijzondere aanvulling op collectie plafondstukken van de Vereniging.