Elandstraat 1

Aan het eind van de 19de eeuw was het Zeeheldenkwartier nog niet geheel volgebouwd. De meubelmaker Rochus Tuyt liet in 1899 een complex van woningen, opslagruimtes en een werkplaats tussen de Elandstraat en de Piet Heinstraat bouwen. 

In 1934 brandde een onderdeel van dit complex, de werkplaats met pakhuis van de meubelmakerij Van Rossum aan de Elandstraat 1 volledig uit. Tuyt besloot over te gaan tot sloop van het pakhuis en liet een plan maken voor twee pakhuizen met bovenwoningen. 
Het ontwerp werd geleverd door het bouwbedrijf A.N. Verhoog. Zij ontwierpen een strakke voorgevel met erkeruitbouwen boven garagedeuren en twee aparte opgangen voor de bovenwoningen. De gevel werd opgetrokken in markante helder oranje strengpersstenen, gemetseld in kettingverband en kan worden gezien als een vrije interpretatie van de ‘Nieuwe Haagse School'. 

De bovenwoningen kregen identieke, aan elkaar gespiegelde plattegronden. Ze hadden op de verdieping een kamer-en-suite, voorkamertje, halletje en keuken en op de tweede verdieping drie slaapkamers met inbouwkasten en een badkamer. 
Na het overlijden van het echtpaar Tuyt-Gabel bleef het pand gesplitst in bezit van de familie. Het rechter gedeelte, de nummers 1a en 1b, vererfden uiteindelijk op mevrouw G. van Dalen. 

Voor meer informatie zie Jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 98 (2016), pp. 60-85 en Huizen in Nederland (2018), pp. 389-391.