De Ridder

Het huis 'De Ridder' staat naast de Bisschopsmolen. De Bisschopsmolen was een banmolen van de prins-bisschop van Luik en bestond al sinds 1099. Vanaf de 15de eeuw was de molen in gebruik als moutmolen voor de brouwerijen in de stad. 

Reeds in de 14de eeuw stond hier een huis, dat werd bewoond door de heer De Ridder. Het diende in eerste instantie als huurhuis en werd vooral bewoond door militairen. In 1651 werd het gekocht door huurder Andries Loeff. Hij liet het bestaande huis geheel vervangen en bouwde een achterkamer over het riviertje de Jeker, dat achter de Ridderstraat stroomt. 

Het huis vormt een prachtig voorbeeld van de zogenaamde 'Maaslandse' wijze van bouwen, de bouwstijl in het dal van de Maas bij Maastricht, Luik en Aken.

De gevel is opgetrokken in baksteen met een plint van Namense hardsteen en daarboven bakstenen metselwerk. De speklagen, raamomlijstingen en hoekblokken zijn van mergelsteen. In tegenstelling tot veel andere huizen in Maastricht is heeft het huis een in- en uitzwenkende topgevel in plaats van de veel vaker voorkomende rechte lijstgevel. 

Binnen heeft het huis oude balklagen met moer- en kinderbinten. De plafonds zijn 'gespelderd', dit wil zeggen tussen de balken zijn troggewelfjes gemaakt van stuc op riet. Ook zijn er oude schouwen, vloeren en betimmeringen bewaard.

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel IV, Utrecht, Noord-Brabant en de oostelijke provincies, pp. 401-408.