Burgwalstraat 6

In 1925 werd dit pand door Vereniging Hendrick de Keyser aangekocht als pakhuis. Bij onderzoek bleek het echter gebouwd te zijn als woonhuis, bestaande uit een half bovengronds gelegen kelder met daarboven twee woonlagen. In de oorspronkelijke toestand had de voorgevel geen inggang en maakte als achterhuis deel uit van een groter complex. In de gevel is een jaarsteentje met het bouwjaar 1530 bewaard. 
Doordat het pand in de 18de eeuw als pakhuis in gebruik werd genomen is het vrij ongeschonden bewaard gebleven. De balklagen op de eerste verdieping en zolder bestaan uit moer- en kinderbinten. Het spreidsel (dun hout) onder de vloerdelen en gedecoreerde houten consoles met een dubbel peerkraal motief geven aan dat deze verdiepingen bedoeld waren voor bewoning. Tegen de achtergevel waren ravelingen voor stookplaatsen en een spiltrap aangebracht.

De rechterbouwmuur bleek bij nader onderzoek gemeenschappelijk te zijn met het buurpand. Het grote formaat van de bakstenen geeft aan dat de bouw van deze muur ouder moet zijn dan het jaartal 1530. Uit het aanwezige metselwerk kon worden afgeleid dat de zijmuur werd dichtgemetseld toen het buurpand nr. 8 werd gebouwd. Resten, zoals een bewaard gebleven natuurstenen console, tonen aan dat deze gevel ooit een beëindiging heeft gehad van overhoeks geplaatste pinakels zoals bij het raadhuis te Hasselt.

Bekijk hier een filmpje over recent onderzoek naar Burgwalstraat 6.

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel IV Utrecht, Noord-Brabant en de oostelijke provincies, pp. 274-278.