Het Zeepaert
Wijnstraat 113, 3311 BT Dordrecht, Zuid-Holland
Bekijk op kaartDe Wijnstraat is eigenlijk een dijk langs de oudste haven van Dordrecht. Nummer 113 ligt aan de oudste zijde van de straat en bevat de restanten van een stenen huis uit circa 1300. Dit huis werd in 1495 ingrijpend gemoderniseerd, waarbij de huidige gevel tot stand kwam. In de eeuwen die volgden zijn alleen de begane grond en de eerste verdieping gewijzigd, zodat belangrijke delen van het middeleeuwse huis nog in tact zijn. Het Zeepaert is daarmee één van de best bewaarde middeleeuwse huizen van ons land.
Vereniging Hendrick de Keyser heeft dit huis in de jaren 2001-2004 met zorg gerestaureerd.
De voorgevel is opgebouwd uit zware blokken Namense natuursteen. Waarschijnlijk is de gevel geheel gehakt in Luik of Namen en per schip vervoerd naar Dordrecht. Het natuursteenwerk van de gevel is origineel, zelfs de natuurstenen kruiskozijnen van de tweede verdieping zijn bewaard gebleven.
Gegevens over de bewoners van het huis gaan terug tot eind 15de eeuw. In 1583 werd het huis bewoond door een zeepzieder, de zeep werd vermoedelijk gekookt in het bedrijfsgedeelte op het achterterrein. Wellicht biedt dit een verklaring voor de naam 'Zeepaert', want 'aert' is een oude term voor een plaats of plek. De zeepziederij werd later een bierbrouwerij. Het huis bleef in gebruik als woonhuis tot omstreeks 1900.
Het achterhuis werd toegevoegd in de 18de eeuw toen de voor- en achterkamer van het oude huis werden gedecoreerd in Lodewijk XV-stijl. Het achterhuis wordt door de Vereniging verhuurd als woonhuis.
In de hal bevindt zich een eind 17de-eeuwse plafondschildering op eikenhout. Afgebeeld zijn ‘de val van Icarus' en ‘Phaetons ongelukkige rit met Helios zonnewagen', mythologische taferelen die de overmoed verbeelden.
De voorkamer aan de linkerzijde is bont beschilderd met stucplafond, schouw met spiegel en betengelde muren uit het laatste kwart van de 19de eeuw. De aangrenzende achterkamer is circa één eeuw ouder en heeft een stucplafond en imposante schouwpartij in Lodewijk XV-stijl. De lambrisering en het stucwerk van de schouw waren hier bewaard gebleven, de overige delen van het interieur werden aangevuld bij de restauratie.
Op de verdiepingen is veel bewaard gebleven van de toestand van 1495: de eerste verdieping heeft een voorzaal met onder de hoofdbalken zware gehakte consoles. Twee daarvan zijn nog de originele exemplaren van natuursteen. De andere consoles zijn in de 19de eeuw weggehakt voor het aanbrengen van stucplafonds. Bij de restauratie zijn aan de hand van de bewaarde consoles de ontbrekende exemplaren met gietmortel nagemaakt. Via een eiken spiltrap met een bijzondere zestienhoekige behakte spil kun je naar de tweede verdieping.
De tweede verdieping heeft een massief houtskelet dat bestaat uit muurstijlen, korbelen, moer- en kinderbinten. Ook de kap is in uitzonderlijk gave staat bewaard gebleven. Het betreft een zogenaamde onbeschoten kap, zonder dakbeschot of bedekking aan de binnenzijde. Je kijkt dus zo tegen de onderkant van de dakpannen aan. Zulke kappen zijn in ons land zeldzaam omdat ze in latere tijd vaak van beschot zijn voorzien of zelfs geheel geïsoleerd.
Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel III Zeeland en Zuid-Holland, pp. 269-276.