Hendrik Petrus Berlage
Door in zijn theoretische verhandelingen, voordrachten en markante ontwerpen te breken met de 19de-eeuwse bouwkunst van de neostijlen speelde Berlage een sleutelrol in de architectuur omstreeks 1900. Zijn werk als architect, stedebouwkundige en schrijver over architectuur was van internationale betekenis.
Berlage studeerde een jaar aan de Rijksacademie in Amsterdam en daarna bouwkunde in Zürich. Na het voltooien van zijn studie reisde hij door Oostenrijk, Duitsland en Italië. Terug in Amsterdam werd hij aangenomen op het bureau van Theo Sanders waar hij werkte in neorenaissance-stijl. Vanaf 1889 was hij zelfstandig gevestigd.
Beïnvloed door de Engelse Arts and Crafts beweging en de Nederlandse 'nieuwe kunst', ontwikkelde Berlage een geheel eigen, ‘rationele' baksteenstijl. Hij streefde daarbij naar een vormgeving geïnspireerd op ambachtelijkheid en de zichtbare constructiewijze. Decoratieve elementen moesten, in theorie, ondergeschikt zijn aan de constructie.
Het oeuvre van Berlage omvat kantoren, villa's, openbare gebouwen, sociale woningbouwprojecten en stedenbouwkundige ontwerpen. In 1900 was hij medeoprichter van de firma 't Binnenhuis, waar meubelen, gebruiksvoorwerpen en lampen werden vervaardigd en verkocht, een initiatief om het niveau van de kunstnijverheid op een hoger plan te brengen.
Bij de uitvoering van zijn grote architectonische ontwerpen werkte Berlage samen met beeldhouwers, ambachtslieden, schilders en schrijvers en streefde hij naar een ‘totaalkunstwerk' dat een gemeenschappelijke sociale visie tot uitdrukking bracht.
Hoogtepunt in dit streven is de grote Beurs op het Damrak in Amsterdam uit 1896-1903.
Andere beroemde ontwerpen zijn het Jachtslot Sint Hubertus, het Haags Gemeentemuseum en het uitbreidingsplan voor Amsterdam-Zuid.
Het gebouw voor de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ANDB), het eerste vakbondsgebouw in ons land, ‘een burcht voor de arbeid', uit dezelfde tijd als de beurs, is een goed voorbeeld van een gedetailleerd totaalkunstwerk. Het is sinds 2007 in het bezit van 'Hendrick de Keyser'.
Het uitzonderlijk gaaf bewaarde Raadhuis van Usquert, een werk uit 1928-1930, is sinds 1990 in bezit van de Vereniging. Het gerestaureerde interieur is een prachtig voorbeeld van de late ontwerpbenadering van Berlage.