Bureau Van Gendt
Het Bureau Van Gendt heeft een indrukwekkende lijst aan gebouwen voortgebracht, gebouwd tussen 1855 en 1932. Het huidige Museumhuis Rams Woerthe in Steenwijk, door de Vereniging verworven in 2015 is van de hand van A.L. van Gendt. Drie generaties Van Gendts hebben zeven architecten en ingenieurs voortgebracht, de drie belangrijkste zijn:
A.L. van Gendt (1835-1901) die samenwerkte met onder andere Cuypers, Springer en Klinkhamer. In 1874 startte hij zijn eigen bureau te Amsterdam, gevestigd op de Stadhouderskade 122. Het bureau werd al snel één van de grootste bureaus van Nederland. Daarnaast was er zijn broer J.G. van Gendt (1866-1925) en als derde A.D.N. van Gendt (1870-1932), zoon van A.L. van Gendt). De laatste twee waren tevens werkzaam als adviseur van de architecten Van der Mey, De Bazel en Berlage.
Het bureau was niet stijlvast en ontwierp in verschillende stijlen: traditionalistisch, eclectisch, historiserend, combinerend met details en versieringen die teruggrepen op de Amsterdamse school of Jugendstil. Het was geen avant-garde architectuur, maar ‘marktconforme’ ontwerpen met de klant als koning. ‘Stilistische lenigheid’, dat was de grote kwaliteit van het bureau. Organisatorisch, technisch en financieel kundig, zo karakteriseerden vakgenoten en opdrachtgevers de ‘Van Gendts'. Niet alleen het exterieur maar ook het interieur beheersten ze en waren experts op het gebied van de toepassing van een gewapend betonskelet.
Ze waren niet alleen als architect werkzaam maar ook als adviseurs betrokken bij grote bouwprojecten van bijvoorbeeld het Centraal Station (Cuypers), de Amsterdamse Stadsschouwburg (Springer), de graansilo op de Westerdoksdijk (Klinkhamer). A.D.N. van Gendt is verantwoordelijk voor het betonskelet van een groot aantal omvangrijke panden, zoals het Scheepvaarthuis (momenteel Hotel Amrât), gebouw De Bazel aan de Vijzelstraat, kantoorgebouwen van verzekeringsmaatschappij ‘ De Nederlanden van 1845’ in Den Haag en Utrecht.