Restauratie van Groenburgwal 56 afgerond
Na een jaar is de restauratie van het 18de-eeuwse Groenburgwal 56 onlangs afgerond, waarbij het pand ook is verduurzaamd. Vanaf nu kan het pand verhuurd worden als woonhuis en kantoor. Tijdens de restauratie zijn ook meerdere bijzondere vondsten gedaan.
Familie Serné
In 1883 komt Groenburgwal 56 in bezit van de familie Serné. Arend Serné en zijn echtgenote Helena van Hoekelen, beide enthousiaste amateur toneelspelers, zijn enige jaren eerder begonnen met het maken en verhuren van toneelkostuums. Meer dan honderd jaar, onder vier generaties van de familie, is het pand in gebruik met ontvangstruimtes, kantoor, atelier, paskamertjes en zolders voor kostuumopslag.
De firma ‘A. Serné en Zoon’ groeit uit tot een begrip in de toneelwereld en levert, uit een steeds groter wordende voorraad, kostuums en rekwisieten aan opera-, operette- en theatergezelschappen, studentenmaskerades, openluchtspelen, gekostumeerde feesten en bal-masqués. In 1966, bij het honderdjarig bestaan van de firma, wordt de voorgevel van het huis gerestaureerd in 18de-eeuwse staat.
De restauratie
Het uitgangspunt van de restauratie van het huis is om het terug te brengen naar de afwerking die het had in de 18e eeuw. Hierbij wordt de oorspronkelijke structuur van het huis gerespecteerd en versterkt zodat het toekomstig gebruik van het huis zo veel mogelijk in lijn ligt met het verleden, omdat de oude functies zich meestal het beste in de structuur voegen. Het pand is tijdens de restauratie flink verduurzaamd, er zijn kleuronderzoeken uitgevoerd en meerdere bijzondere vondsten gedaan.
Er zijn twee kleuronderzoeken uitgevoerd om de historische afwerkingen in kaart te brengen. Op het kozijn naar het lichthof
zijn zelfs 40 lagen aangetroffen. Op basis van de kleurtrappen is er een overzicht gemaakt om per fase de kleurafwerking in
zicht te hebben.
Verder is het grachtenpand flink verduurzaamd. Er zijn veel verduurzamingsmaatregelen toegepast van houtvezelisolatie, achterzetramen tot sedum dak.
Vondsten tijdens de restauratie
Tijdens de restauratie zijn ook een paar bijzondere vondsten gedaan. Voor de restauratie is in de trapkast op de eerste verdieping
gevelouteerd linnen behang uit de 18e eeuw gevonden. Ook zijn er vloertegelschilderingen op houten vloerdelen tevoorschijn gekomen. Deze schilderingen bevinden zich alleen onder het kozijn in de achtergevel. Het is bijzonder dat er nergens anders sporen zijn gevonden. In de voordeur is bij het schuren het gedetailleerde patroon in het gietijzeren rooster weer in het zicht gebracht. Ook is op de vliering bij het demonteren van houten delen het oorspronkelijke luik zichtbaar geworden. Deze is weer heropend met de vlizotrap van de voorzijde. Aan de voorzijde is een glazen plaat geplaatst om zicht op het hijsrad vanuit de slaapkamer te hebben.
De plafondschildering in de binnenkamer van het pand is ook gerestaureerd. De acht doeken, gevat in houten lijstwerk in Lodewijk XV stijl, tonen onder andere Flora en Zephyrus (God van de westenwind) en putti met bloemen. Vier hoekstukken met een bladerkrans verbeelden de vier seizoenen.