Icon search Icon Facebook Icon Instagram Icon Twitter Icon Play ANBI icon-checkbox Vriendenloterij Bijzondere-locaties Bijzondere-locaties Monument-en-Bed Monument-en-Bed Museumhuizen icon-huren-nav Museumhuizen Hendrickdekeyser Hendrickdekeyser icon-maps icon-left icon-right icon-close icon-phone-call icon-email icon-kamers icon-lijst icon-perceeloppervlak icon-plattegrond icon-woonoppervlak icon-checkmark icon-buitenruimte icon-cart icon-remove icon-quote icon-calendar icon-guests
nieuws
11 mei 2021

Interview met scheidend directeur Carlo Huijts

Ruim 27 jaar is Carlo Huijts directeur geweest van Vereniging Hendrick de Keyser. Op 1 mei dit jaar trad hij terug uit die functie en heeft Bert Meerstadt hem opgevolgd. Tijdens de Algemene Ledenvergadering op zaterdag 19 juni wordt zijn afscheid gemarkeerd.

Blaricum - Huis Hildebrand (foto Arjan Bronkhorst)
Huis Hildebrand in Blaricum (foto Arjan Bronkhorst)

Onder jouw directeurschap is de Vereniging begonnen met het verwerven van laat 19de- en 20ste-eeuwse panden. Hoe is dat begonnen en waarom?

Dat liep al enkele jaren, getuige de verwerving van het Raadhuis van Usquert in 1990. Het bestuur had heel goed in de gaten, dat er in de collectie van de Vereniging grote gaten zaten. Ik denk dat ik vooral heb gezorgd voor een beleidskader waarbinnen het verwerven van laat 19de- en 20ste -eeuwse panden een plaats kreeg. De sleutel zat in de bewustwording dat het onderscheid tussen ‘monumentenzorg’ en ‘architectuur’ moest vervallen. Dat klinkt nu misschien als een academisch probleem, maar in de jaren ’90 was er een enorme kloof tussen mensen die zich met erfgoed en monumenten bezig hielden en mensen die zich met architectuur bezig hielden. Die twee werelden verketterden elkaar. Toen de Verenging als beleid formuleerde dat beide terreinen gelijkwaardig onder onze doelstelling vielen, verviel de scheidslijn tussen ‘oud’ en ‘nieuw’. Pas toen kon de opbouw van een collectie ‘door de eeuwen heen’ goed op gang komen.

Is er iets wat je anders of niet zou hebben gedaan met de ervaring en wetenschap die je nu hebt?

Dat is voor mij een onmogelijke vraag. Tijdens de uitvoering van een project of een proces reflecteer ik voortdurend of ik achter alle keuzes en stappen sta. Dat doe ik – merkbaar voor de mensen in mijn directe nabijheid – door er dag en nacht over na te denken. Maar daarna kijk ik nooit meer achterom. Dus als ik dat nu wel moet doen, merk ik dat ik mijn gezin tekort heb gedaan door geestelijk nogal eens afwezig te zijn geweest.

Karwijhof Nagele triple solar platdak
In de Karwijhof in Nagele zijn diverse duurzaamheidstoepassingen aangebracht

Wat denk jij dat de komende jaren de speerpunten gaan worden in de Monumentenwereld?

Verduurzaming. Het is uiteraard een uitdaging om de kwaliteiten van een historisch monument te behouden en het pand toch met bouwkundige maatregelen te verduurzamen. Bij architectonische monumenten is dat meestal zelfs vrijwel onmogelijk. Blijft over dat je vooral via installatie-toepassingen moet verduurzamen, maar daar is de huidige installatiewereld niet op toegerust. Die komen pas in beweging als aan de isolatie-eisen is voldaan. Die uitdaging gaat dus veel innovatie vergen. Maar dat speerpunt zal ook gevolgd moeten worden door aanpassingen van wat we wel accepteren bij een monument. Veel mensen vinden zonnepanelen lelijk, dus mogen ze in veel gemeentes net worden toegepast op monumenten. Bij zonnepanelen gaat er echter historisch niets verloren (bij kapisolatie wel), dus vinden wij bij ‘Hendrick’ dat het zeer wenselijk is dat die panelen ook op monumenten mogen worden toegepast. Het is ook wenselijk voor de bruikbaarheid van monumenten als maatregelen voor installatie-technische verduurzaming breed worden toegestaan. En het zal uiteindelijk noodzakelijk worden voor de waardering van monumenten; er komt weerstand als in een oude vestingstad geen zonnepaneel te zien is, terwijl de huizen in de buitenwijken er straks vol mee liggen.

Het afscheid zal niet makkelijk zijn, blijf je nog verbonden met de Vereniging en zo ja hoe?

Gelukkig ben ik ook gewoon lid van de Vereniging en dat blijft ik. Maar ik ga wel op (grote) afstand staan. Tot eind 2022 blijf ik op parttime basis in dienst als adviseur.

Stel je had voor je vertrek nog een huis mogen toevoegen aan de collectie van de Vereniging  (ongeacht of het mogelijk is) Voor welk pand zou je dan kiezen en waarom?

Dat zou een houten huis uit de 13de of 14de eeuw zijn, want die periode is een gat in onze kennis. We hebben archeologische kennis over huisindelingen tot de 13de eeuw en we hebben historische kennis vanaf de 14de eeuw. Maar precies die aansluiting, daar is heel weinig over. Dus dit behoort zeker tot de categorie ‘onmogelijke wensen’.

Op 1 mei eindigde jouw dienstverband als directeur; wat ga je nu doen?

Ik ga mijn tekortkoming die ik zojuist constateerde afleren; minder met mijn gedachten bezig zijn met deze uitdagende Vereniging en gewoon de dag beleven zoals ie is.