Vml. schultehuis

Het Schultehuis werd in tegenstelling tot de meeste gebouwen in het dorp Wanneperveen, niet gebouwd als agrarisch bedrijf. De naam doet vermoeden dat het het huis van de schout was. Alhoewel de namen van de schouten bekend zijn, is het verband met het huis niet te leggen. In de 19de eeuw was het huis een bakkerswinkel.

Vanwege de waardevolle 17de-eeuwse interieurs werd in 1914 een vereniging opgericht ten behoud van het Schultehuis. In 1921 werd het huis vanwege financiële moeilijkheden echter verkocht aan het Rijk en gerestaureerd. In 1990 kwam het Schultehuis in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser.

Het huis bestaat uit een hoge begane grond en een kap. De begane grond is verdeeld in vier vertrekken, rondom een omkokerde spiltrap. Aan de voorzijde ligt rechts het voorhuis en links een onderkelderde opkamer.

De kelder staat in verbinding met de binnenhaard rechtsachter. De binnenhaard en de opkamer hebben beide een stookplaats en oude besteden. De stookplaatsen zijn voorzien van betegelde achterwanden en schouwkappen. De betimmeringen van de bedsteden, de spiltrap en de houten pui tussen voorhuis en binnenhaard zijn origineel. 

De penanten van de schouw in de opkamer zijn rond 1920 ingebracht (het jaartal 1612 op de schouw, dat op de windvaan op het dak is overgenomen, is niet het correcte bouwjaar van het huis). Zeer bijzonder en uiterst zeldzaam zijn de 17de-eeuwse schilderingen tegen de balklagen van de opkamer.

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel IV Utrecht en Noord-Brabant en de oostelijke provincies, pp. 250-253.