Toussaintkade 15-19

De eerst bekende eigenaar is de boekdrukker Hendrik van Leeuwen, na wiens overlijden een ‘tuin met deszelfs Tuinhuis, Coepel en verder getimmerte’ bij de Noordwestbuitensingel (de gracht bij de huidige Toussaintkade) in 1825 in openbare veiling werd gebracht. Het tuinhuis met bijbehoren werd voor 1.800 gulden gekocht door Frederik Anton Rau. Hij breidde de bebouwing uit en richtte het in als woonhuis.

Tegen het einde van de 19e eeuw werd het verkocht aan leden van de Haagse aannemersfamilie Hoeks. Pieter Johannes Hoeks ontwierp voor het perceel een winkel met twee bovenwoningen, het huisje achter op het terrein bleef ongemoeid. Tussen 1882-1883 werd de nieuwbouw gerealiseerd, alle eenheden werden vervolgens los verhuurd.

In de jaren twintig van de 20ste eeuw komt het in handen van de heer Van Dalen wiens achterkleindochter het pand in 2016 aan de Vereniging naliet.

Het pand heeft een rijk geornamenteerde winkelpui en is maar liefst 14 meter diep. De classicistische vormgeving van de gevel kan worden gezien als een laat voorbeeld van de sobere mode van het begin van de 19e eeuw.
De pui werd voorzien van pilasters en ionische kapitelen onder een hoofdgestel met architraaf, fries, tand- en kroonlijst. De pilasters scheiden de deuren en ramen van de pui. Net rechts van het midden is de dubbele ingang naar de winkel, geflankeerd door grote winkelramen.
Links en rechts hiervan bevinden zich de opgangen naar de bovenwoningen. 

De winkel bestaat uit een grote onverwarmde vierkante ruimte waarachter in de bouwtijd twee kleinere vertrekken waren gesitueerd, ieder met schouw. De woningen zijn opgedeeld in een voorkamer over de gehele breedte aan de straatzijde en een achterkamer die via een alkoof en-suite gekoppeld is aan het voorvertrek. Deze indeling, bestaande uit kamer-alkoof-kamer, was (naast het type met en-suite gekoppelde voor- en achterkamer) een zeer veelvoorkomend type in de woningbouw voor de middenstand in de tweede helft van de 19e eeuw.