Spuistraat 233
1012 VP Amsterdam, Noord-Holland
Bekijk op kaartDe Spuistraat (oorspronkelijk een gracht met de naam Nieuwezijds Achterburgwal) had een bebouwing die vooral in dienst stond van de Nieuwezijds Voorburgwal. Er stonden koetshuizen, stallen en pakhuizen. Dit pand maakte deel uit van het omvangrijke bezit van de familie Bicker die in de 18de eeuw zowel aan de Voorburgwal als aan de Achterburgwal huizen bezat.
Waarschijnlijk heeft Wouter Jacobsz van Sprang, meester-metselaar van beroep, het huis geheel vernieuwd vanaf zijn aankoop in 1723 en het vervolgens zelf bewoond. In 1742 bewoonde zijn weduwe het huis met een dienstbode en had zij het bovenhuis verhuurd. De weduwe kon van het nagelaten inkomen van haar man, aangevuld met de huuropbrengst van de bovenwoning, ongeveer f 1.000,- per jaar, rentenieren. Door de erfgenamen werd het huis in 1764 verkocht voor f 5.500,-. Tien jaar later werd het weer verkocht voor f 6.500. Daarna daalde de waarde gestaag terwijl het als beleggingsobject werd verhandeld.
De oppervlakte van het huis meet 4,5 bij 9 meter. Het heeft een doorlopende kelder en bezit nog grotendeels zijn 18de-eeuwse indeling, verdeeld in een boven- en benedenwoning. Beide voordeuren bevinden zich aan weerszijden van het middenvenster. De benedenwoning heeft achter de linker deur een hal met gang, een kleine voorkamer en een achterkamer met stookplaats. Oorspronkelijk waren de ruimtes door een bedsteewand van elkaar gescheiden. In de 19de eeuw werden de vertrekken samengevoegd. Er was een extra insteekverdieping die als slaapverdieping diende.
De bovenwoning met ingang aan de rechterzijde had een voor- en achterkamer. Deze laatste diende als keuken. De tweede verdieping hoorde bij het bovenhuis en werd later als tweede bovenhuis ingericht.
Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel II Amsterdam, pp. 208-210.