Piet Heinstraat 2-4
Smederij Giesen dateert uit 1933-1934 en omvat een woonhuis, winkel en smederijwerkplaats. Het gebouw, ontworpen door de Tegelse architect Lambert Noten, is een opvallende verschijning in de dorpskern, een Limburgs monument dat lonkt naar de art deco-stijl.
Het bestaat uit twee delen: de lage smederij aan de oostzijde en het hogere woonhuis met winkel aan de westzijde. De smederijvleugel loopt schuin naar de westzijde en volgt de perceelgrens van het naastgelegen 18de-eeuwse Kranenbreukershuis. Boven de deuren van de smederij is de historische naam van de firma Giesen geschilderd met op de hoeken het logo van de smid met hoefijzer, hamer en nijptang.
In 2000 is het complex door nazaten van de familie Giesen verkocht aan woningcorporatie Antares in Tegelen. Naderhand werd een deel van het pand als woning verhuurd en in het bedrijfsgedeelte was de voedselbank gevestigd.
In 2013 werd het houtwerk van de gevels in historische kleuren hersteld. Vier jaar later is ‘Hendrick de Keyser' als derde eigenaar aangetreden.
Voor meer informatie zie Jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 99 (2017), pp. 16-18 en Huizen in Nederland (2018), pp. 380 - 383.
Lambert Noten (1886-1965) was in de jaren twintig en dertig de meest gevraagde plaatselijke architect in Tegelen en omgeving. Hij was opgeleid als tekenaar op het bureau van kerkenbouwer Caspar Franssen uit Roermond, een leerling van Pierre Cuypers. Aanvankelijk bouwde Noten in neorenaissancestijl, later in expressionistische nieuwzakelijke vormen.
Kenmerkend voor de expressionistische architectuur van de jaren dertig zijn de luifels, overstekende goten en de aandacht die is besteed aan het metselwerk. Maar vooral opmerkelijk is het krachtige silhouet van het huis, enigszins het beeld oproepend van een oceaanstomer met brug.
Het pand staat op een onregelmatig trapeziumvormig perceel op de hoek van de Sint Martinusstraat en de Hoekstraat.
Ook aan de oostzijde loopt de zijgevel schuin weg, het verloop van de Sint Martinusstraat volgend. In het woonhuis ligt naast de smederij een inpandige doorgang naar het achtererf waardoor bedrijfs- en woongedeelte van elkaar zijn gescheiden en de smederij en de opslagplaatsen goed bereikbaar zijn.
De winkel bevindt zich op de kop van het gebouw.