Mauritskade 71
2514 HH Den Haag, Zuid-Holland
Bekijk op kaartDe voormalige ‘Noordersingel', in de 17de eeuw gegraven als verdedigingsgracht rond Den Haag, raakte in de 19de eeuw bebouwd. De bebouwing die aan de kade verrees, nu vernoemd naar de overleden tweede zoon van Koning Willem III, varieerde van vrijstaande villa's tot winkels en appartementencomplexen.
Mauritskade 71 behoorde tot een blokje van zes eenvoudige winkel-woonhuizen dat in 1844 als beleggingsobject werd gebouwd voor Huybert van Bergen Henegouwen.
Nummer 71 werd in 1939 ingrijpend gewijzigd in opdracht van Cornelia Tuyt naar een ontwerp van Theodorus van Braningen (1880-1962). Van Braningen behoorde tot het Haagse architectenbureau Simons & Van Braningen, dat verantwoordelijk was voor een aantal grote warenhuizen in het centrum van Den Haag, waaronder de panden voor Gerzon en het Haagsch Modehuis.
Het bestaande pandje werd met een verdieping verhoogd en voorzien van een strakke voorgevel met stalen erkerramen. De sobere voorgevel werd opgetrokken in een roodbruine baksteen boven de met natuursteen beklede begane grond. Met zijn sobere strakke vormen is de gevel een laat voorbeeld van de ‘Nieuwe Haagse School'.
Op de begane grond heeft het twee aparte opgangen, van elkaar gescheiden door een etalage. Rechts is de entree van de winkelruimte, links die van de bovenwoning. Het interieur van de woning vertoont op veel plekken invloeden van de gangbare interieurarchitectuur van de jaren dertig.
Elementen die bewaard bleven zijn onder andere een kamer-en-suite, glas-in-lood en betegelingen in de keuken, badkamer en het toilet.
Na het overlijden van Cornelia Tuyt werd de woning bewoond door haar achternichtje, Geertruida van Dalen. Nadat zij verhuisde naar het ouderlijk huis aan de Elandstraat werd de woning verhuurd.
De woning is het eerste pand in de collectie van ‘Hendrick de Keyser' in de stijl van deze voor Den Haag typerende architectuur.
Voor meer informatie zie Jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 98 (2016), pp. 60-85.