Janskerkhof 16
3512 BM Utrecht, Utrecht
Bekijk op kaartHet gebied rond de Janskerk hoorde in de middeleeuwen tot de immuniteit van St. Jan. Er lag een kerkhof en er stonden grote claustrale huizen (huizen behorend tot het kapittel). Het plein kreeg zijn huidige vorm en bebouwing pas in het midden van de 17de eeuw. Aan de noordzijde van het plein werden in 1661-1663 twee identieke huizen gebouwd in opdracht van burgemeester Johan van Nellesteijn. Hij ging zelf in het rechterhuis (nr 15) wonen met zijn vrouw Hilegonda Paters. In het buurhuis (Janskerkhof 16) woonde haar zus Aletta Paters met haar man Jacob Martens. Het huis bleef tot 1973 onafgebroken in bezit van hun afstammelingen, de familie Martens van Sevenhoven. Hierdoor is het zeer goed bewaard gebleven.
Het grote blokvormige huis werd opgetrokken in de stijl van het Hollands classicisme. Het huis had een bruggetje over de gracht naar de hoofdingang op de beletage. De bouw werd uitgevoerd door de meester metselaars Ghijsbert Theunisz van Vianen en Peter Jansz van Cooten. Zij waren belangrijke 'bazen' in Utrecht, die veel huizen in dit gebied bouwden. Het timmerwerk werd aangenomen door de meesters Gerrit Harmensz Gaghel en Melchior van den Bergh.
In 1832 volgde een verbouwing van het huis naar ontwerp van F.C. van Embden waarbij de ingang van het huis werd verplaatst naar een nieuwe, witgepleisterde vleugel aan de linkerzijde. De oude ingang met het bruggetje over de gracht werd verwijderd. Deze opzet maakte het mogelijk om met een koets het terrein op te rijden naar het koetshuis. Ook van deze 19de-eeuwse verbouwing zijn fraaie interieurelementen bewaard gebleven.
Het interieur van het huis werd bij de bouw afgewerkt met kostbare schouwen en schoorsteenmantels die deels nog steeds aanwezig zijn. Pronkstuk van het huis is de 17de-eeuwse marmeren schouw in het 'groot Salet'. In de 18de eeuw werd deze zaal gemoderniseerd. Het vertrek kreeg een wandbespanning van felrood 'velours d'Utrecht' die als sluitstuk van de laatste restauratie op basis van bewaard gebleven delen gereconstrueerd is.
Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel IV Utrecht, Noord-Brabant en de oostelijke provincies, pp. 427-437. Zie ook Jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 65 (1983), pp. 16-33, en 92 (2010), pp. 34-36.