Hof van Ittersum

Dit huis dat slechts met één ingangstravee uitkomt op de openbare weg, is een restant van een groot middeleeuws adellijk woonhuis genaamd het 'Hof van Ittersum'. Het naastgelegen Karel V-huis (ook in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser) is een uitbreiding van dit complex uit de 16de eeuw.

De familie Van Ittersum was al in de 14de eeuw eigenaar van een groot terrein tussen de Sassenstraat, het Bethlehemsklooster en de Oude Vismarkt. In 1397 wordt Rolof van Ittersum vermeld als eigenaar van een huis dat bestond uit een 'zael' en een 'cleyne camer'. Deze zaal was gelegen tegen de achterzijde van het huidige complex. 
Johan van Ittersum, burgemeester van Zwolle en zoon van bovengenoemde Rolof, was waarschijnlijk omstreeks 1435 opdrachtgever voor de bouw van een groot zaalgebouw, dat bewaard is gebleven als Sassenstraat 33. 

 

Het Hof Van Ittersum moet een van de grootste en aanzienlijke woonhuizen van Zwolle zijn geweest. In de grote zaal is een enorme middeleeuwse schouw bewaard gebleven. Toen de stad in 1545 werd bezocht door landvoogdes Maria van Hongarije werd het gebouw tijdelijk ingericht als logement. Het huis was toen in bezit van Wolf van Ittersum. Zijn weduwe, Anna van Westerholt gaf in 1571 opdracht tot de uitbreiding en bouw van de pronkgevel aan de Sassenstraat (het Karel V-huis).

Het complex werd in de 17de eeuw verhuurd en soms gebruikt als logement voor belangrijke gasten. Zo logeerde de jonge prins Willem III er. In de 18de eeuw ging het complex over in andere handen en werd het gesplitst. In de 19de eeuw bevatte het pand onder andere een meubelfabriek, een wijnhandel en een behangerij. 

In het Hof Van Ittersum is een volledig houtskelet bewaard gebleven. Er is een indeling met muurstijlen, moerbalken en kinderbinten, die zich doorzet in de verdiepingen en de kap.

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel IV Utrecht, Noord-Brabant en de oostelijke provincies, pp. 284-293.