Het Meevat
Kuipershaven 41, 3311 AL Dordrecht, Zuid-Holland
Bekijk op kaart‘Het Meevat' werd gebouwd aan de Kuipershaven, de oostzijde van de Wolwevershaven. Tot 1610 stond hier de middeleeuwse stadsmuur. Deze werd gesloopt en de erven werden verkocht. De meeste nieuwe erven kwamen in handen van de eigenaren van de achtergelegen huizen aan de Wijnstraat. De erven werden bebouwd, vooral met pakhuizen.
Dit enorm grote woon- en pakhuis werd in 1700 gebouwd in opdracht van Huybert Borret, een spijkerhandelaar uit Luik, en zijn echtgenote Anna Walthereij. Oorspronkelijk heette het dan ook ‘het Spijckervat' en niet ‘het Meevat', de huidige naam. De gevel was voorzien van een spijkerton. Borrett was katholiek en gebruikte het huis ook voor kerkdiensten.
Het complex heeft een voor Dordrecht zeldzame halsgevel. De hals wordt geflankeerd door gebeeldhouwde klauwstukken en siervazen. In het midden van de top bevindt zich het wapen van de familie Borrett-Waltherij.
Het pand was zowel woning en bedrijf. De straatverdieping was bestemd voor de handel. De woning bevond zich op de eerste en tweede verdieping. Deze is toegankelijk via de deur aan de linkerzijde. De verdiepingen en zolders daarboven waren in gebruik als pakhuis. De pakverdiepingen waren op drie manieren ontsloten. Er was een achteringang met daarachter een aantal steektrappen. Verder waren er twee mogelijkheden om te hijsen: via de hijsbalk in de voorgevel en via een inpandige hijskoker midden in het huis.
Omstreeks 1800 kwam het pand in handen van O.B. 't Hooft. Deze was handelaar in meekrap, een rode plantaardige verfstof die in Dordrecht op grote schaal werd verhandeld. Hij moet het pand zijn huidige naam, ‘het Meevat' hebben gegeven. In 1906 werd in het pakhuis de ‘Eerste Hollandsche Parapluiefabriek' van F.J. Martinot gevestigd. In 1955 kwam het pand in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser.
Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel III Zeeland en Zuid-Holland, pp. 292-295.