Ze zijn op twee handen te tellen: de boerderijen in de collectie van Hendrick de Keyser Monumenten. Daar is Boerderij Dam in Barendrecht aan toegevoegd. Er staan in Barendrecht vergelijkbare boerderijen, maar deze zijn over het algemeen minder goed bewaard.
Het feit dat de boerderij aan de Dorpsstraat nog zo intact is gebleven in haar originele vorm maakt het een unieke toevoeging aan de collectie van Hendrick de Keyser Monumenten.
Dankzij de nalatenschap van mevrouw Jannie Dam-de Bruin uit Barendrecht heeft Hendrick de Keyser deze prachtige boerderij kunnen toevoegen aan de collectie. Mevrouw Dam-de Bruin zette zich ruim een halve eeuw in voor het behoud van de agrarische geschiedenis van haar Zuid-Hollandse woonplaats. De boerderij in de Dorpsstraat in Barendrecht is een voorbeeld van een midden negentiende-eeuwse boerderij met een rechthoekig woonhuis en een zogeheten Vlaamse schuur. In de loop van de negentiende eeuw verving dit type schuur de lokale boerderijtypes in Zuid-Holland. Door stadsvernieuwing is de boerderij in de twintigste eeuw steeds meer klem komen te liggen tussen nieuwbouwwijken, wat het nog meer bijzonder maakt dat de boerderij zelf in bijna ongewijzigde staat bewaard is gebleven.
Op de plek waar nu de boerderij staat stond al vanaf de vroege zeventiende eeuw een voorloper van de huidige boerderij die tot vlak na 1700 werd gepacht door de familie Driesprong. Na een paar omzwervingen keerde begin negentiende eeuw de familie hier weer terug. In 1832 woonden hier Maria Driesprong en Jan de Jong met hun dochter Neeltje. Neeltje trouwde in 1855 met Jacobus Overwater, waarna hij bij haar en haar vader introk en zij samen de boerderij bestuurden. Omdat het gezin waarschijnlijk kampte met ruimtegebrek werden er plannen gemaakt voor een nieuw, statig gebouw op de plek van het oude familiehuis. Timmerman Ludolf Diederik Bekker (1827-1894) uit Charlois, die daar later uit zou groeien tot gemeente-architect, maakte het ontwerp. Na het overlijden van vader Jan de Jong betrokken Neeltje en Jacobus de nieuwe boerderij samen met hun kinderen en twee dienstmeiden.
Omdat het gezin Overwater-de Jong een relatief grote hoeveelheid land in bezit had ten noorden van Barendrecht, genoten ze enig aanzien in het dorp. Hun kinderen werden naar goede scholen gestuurd en bekleedden later openbare ambten in Barendrecht naast het runnen van de boerderij.
De boerderij vererfde binnen de families Overwater en de Jong en werd in 1991 aan Arij Dam verkocht. Omdat de familie Dam hier toen al lang woonde, kwam het pand vanaf dat moment lokaal bekend te staan als Boerderij Dam. De familie Dam had een gemengd bedrijf met koeien en paarden en verbouwde naast graan onder meer tarwe, haver, erwten, aardappelen, suikerbieten, aardbeien, spruiten en witlof.
Het woonhuis heeft een ingezwenkte lijstgevel met voluten, zoals deze in Barendrecht in deze periode bij zowel boerderijen als woonhuizen relatief veel voorkwam. Links en rechts achter de voorgevel grenzen twee mooie kamers met rijkversierde schouwen, stucboezems, lambriseringen, inbouwkasten en bedsteden. De kamer rechts heeft ook een stucplafond. Aan de achterzijde van het pand is nog een historische keuken te vinden en een spoelruimte, en op zolder zijn er twee meidenkamertjes.