De Rosmolen
Schuiffelstraat 18, 4331 LN Middelburg, Zeeland
Bekijk op kaartIn 1840 kocht vleeshouwer Jacobus Scherppingh, getrouwd met Maria Cornelia Martens, het pakhuis 'de Rosmolen'. Acht maanden later overleed Scherppingh op veertigjarige leeftijd en liet zijn bezittingen na aan zijn vrouw en zes kinderen. Zijn weduwe heeft waarschijnlijk de zaken voortgezet. Zij werkte als huidenzoutster en het pakhuis zal waarschijnlijk bewaarplaats van huiden zijn geweest. Door het zouten van huiden van geslachte dieren werd bederf tegengegaan. Meestal werden de huiden later in partijen verkocht.
Naast pakhuis de Rosmolen lag een gang die grensde aan de tuin van huis ‘s Hertogenbosch, een groot pand aan de Vlasmarkt. In 1842 zag Maria Cornelia kans de gang te kopen. Maar de zaken gingen niet goed en ze werd gedwongen haar goederen te verkopen. Abraham van den Broeke, bewoner van huis 's Hertogenbosch, werd de nieuwe eigenaar van het pakhuis. Zijn kinderen erfden na zijn dood het omvangrijke vermogen en verkochten verschillende bezittingen in 1860, waaronder de Rosmolen, per veiling.
Voor meer informatie zie Jaarverslag Vereniging Hendrick de Keyser 86 (2004), pp. 34-39.