In de Frahchtwage

'De Frahchtwagen' dankt zijn naam aan de gevelsteen in het midden van de gevel met paarden en een bespannen wagen. De steen draag het onderschrift: ‘in de Frahchtwage'. Links is een vrouwenfiguur met kazen en rechts een roskam te zien. De gevelsteen wordt verklaard door het beroep van de eerste eigenaar: het huis werd gebouwd voor een vrachtrijder.

In 1916 werd het huis aangekocht door de gemeente die enige herstelwerkzaamheden liet uitvoeren. In 1947 werd een uitgebreider restauratieplan gemaakt dat onder meer voorzag in herbouw van de trapgevel, maar bij de latere werkzaamheden in 1958-1960 werd de bestaande toestand grotendeels geconserveerd.
 

Tot 1957 stond er achter het pand een paardenstal, die waarschijnlijk van oudsher bij het huis hoorde.

De gevel uit 1612 heeft een rijk bewerkte pui. Oorspronkelijk had het huis boven de eerste verdieping een trapgevel. De trappen zijn later versoberd tot een lijst. Het deurtje in de zijgevel geeft toegang tot een pakverdieping.

De oude indeling laat zien dat de begane grond voorzien was van hangkamertje boven een linker zijkamer. Deze was bereikbaar door een steektrapje en van daaruit ging een zeer steile steektrap naar de pakverdieping. Er waren twee achterkamers met een eigen stookplaats. Het benedenvertrek lag lager dan het voorhuis en hier was ook de keuken. Aan de achterzijde is een 18de-eeuwse bedsteewand bewaard gebleven. 

Voor meer informatie zie Huizen in Nederland, deel I Friesland en Noord-Holland, pp. 262-264.